Verslag Proef eenmansjury

21-02-2015 | Doelstelling:
Een Pilot van een aantal rubrieken (minimaal 2) op een aantal concoursen (maximaal 8) moet duidelijkheid geven of jurering door 1 jurylid mogelijk is. Tevens krijgen we inzicht in de voorwaarden die eventueel gecreëerd moeten worden om de overgang van 2 juryleden met mogelijke hulp van een arbiter naar 1 jurylid mogelijk te maken. Duidelijk moet worden of met het huidig verloop van de wedstrijd een jurylid alleen kan jureren, of eventueel aanpassing aan wedstrijdverloop nodig is en/of dat het jurylid hulpmiddelen nodig heeft om alleen te kunnen jureren. We willen graag inzicht verkrijgen in de (on)mogelijkheden van het instellen van een eenmansjury in de aangespannen sport, (zowel vanuit sport, juryleden, organiserende vereniging, rijders, publiek). Hieraan gekoppeld is een type protocol te testen om rijders een toelichting te geven op de wijze van rijden en gaan van het paard. Op de betreffende concoursen wordt dit begeleidt en geadministreerd door de Voorzitter discipline vereniging VTN. Per concours bepaalt de begeleider met de voorzitter van de jury en het secretariaat de 2 rubrieken.

De pilot heeft plaatsgevonden op de volgende 5 concoursen:
Hellendoorn, Doornspijk, Drogeham, Luttenberg en Lierop. Hier zijn 9 rubrieken door een eenmansjury met protocol beoordeeld.

Deelnemende juryleden:
Van Wessel, Tel, De Jong, Lokhorst, Van Dieren, Stevens, Smeulders, Van de Langenberg en Thijs.
Het gebruikte protocol betrof 2 elementen uit het Skala: Houding en Beweging.
Opvallend was dat, bij vroege puntentoekenning, de top 3 conform toegekende punten geplaatst werd en dat daarna de beoordeling van het moment de doorslag gaf bij de plaatsing. Ook dit was met name het geval wanneer de punten vroeg in de wedstrijd toegekend waren. Er waren ook juryleden die de punten achteraf, als verklaring voor de plaatsing toekenden. Dit was niet de bedoeling maar in het kader van de proef een interessante observatie.

Voorbeeld puntentoekenning en uitslag: zie afbeeldingen

Pilot:
1. De plaats van de jury en de begeleider, op hetzelfde concours:
a. 1 x in het midden van de ring ( gelijk aan huidige situatie)
b. 1 x buiten het midden van de ring om minimaal 1 korte en 1 lange zijde te kunnen overzien (positie op ongeveer 25%/30% uit een van de hoeken)
De beste plaats verschilt per concours. In zijn algemeenheid is de beste plaats die plek waar je het binnenrijden (meestal korte zijde) en een lange zijde kunt beoordelen.
2. Wijze van beoordelen identiek aan de huidige wijze van beoordelen conform Skala.
Dit verschilt per jurylid, niet elk jurylid past dit toe of interpreteert dit anders.
3. Wijze van inspectie:
a. Vooraf
b. Na binnenkomst, voor het afrijden (ongewijzigd) Het is afhankelijk van het Concours om dit in te richten
Niet alle concoursen zijn ingericht op de inspectie vooraf. In Luttenberg heeft een van de juryleden de inspectie in de baan verzorgd terwijl het andere jurylid zich kon richten op de beoordeling. Dit werkt identiek aan de inspectie vooraf buiten de baan en heeft hetzelfde positieve effect.
4. Volgorde van binnenkomst is door loting bepaald
Bevordert de show! Geen gedrang bij binnenkomst, geen opeenhoping van paarden maar een showende entree van de paarden waarbij de jury in staat is de eerste beoordeling te doen, de omroep de combinaties kan introduceren en het publiek een eerste indruk van de paarden verkrijgt. Dit betekent wel dat de ringmeester(s) hierop moeten anticiperen.
5. Wedstrijd begint bij binnenkomst, er wordt wel eerst opgesteld om weer af te rijden nadat de laatste deelnemer opgesteld is.
Nu geldt dat de wedstrijd pas begint na de inspectie. Voor het publiek geldt dit bij binnenkomst. Op zich een goed fenomeen om bij binnenkomst al aan te vangen met de wedstrijd.
Conclusies:
- Een jurylid dient in 'punten' te denken indien er met een protocol gewerkt wordt
- Snelle puntentoekenning door het jurylid is essentieel voor het overzicht van de rubriek
- Deze snelheid bevordert concentratie van het jurylid en juiste beoordeling
- De grootte van de groep paarden wordt door de baan bepaald maar mag niet groter zijn dan 12 deelnemers
- Communicatie tussen schrijver en jurylid is belangrijk
- Start wedstrijd bij binnenkomst is logischer dan na afrijden
- Binnenrijden op loting bevordert de show
- Inspectie in de baan door bijvoorbeeld Arbiter heeft hetzelfde effect als inspectie vooraf buiten de ring
- Een baan met hindernissen is niet getest maar is naar verwachting van invloed op het aantal deelnemers (max. 10 of zelfs 8)
- Er namen juryleden deel aan de proef die moeilijk het overzicht konden houden en hulp inriepen van de schrijver
Punt van aandacht, niet alleen bij de proef eenmansjury, is het onsportief verhaal halen tijdens of na de wedstrijd. Indien de eenmansjury in de reglementen opgenomen wordt, verdiend dit jurylid meer bescherming vanuit de reglementen. De solitaire besluitvorming mag nimmer leiden tot onheus gedrag als gevolg van de genomen besluiten in de baan. Een systeem waarbij de jury voorzitter een gele (of na een 2de en dus rood) of een rode kaart kan uitdelen bij onsportief gedrag, zou een te onderzoeken mogelijkheid binnen het Forum kunnen zijn. In zijn algemeenheid staan de leden van het jurycorps die meegewerkt hebben aan de proef er positief tegenover, waarbij het aantal te beoordelen paarden minder dan 15 moet zijn.

Hoe verder:
Verslag is toegelicht en besproken tijdens het Forum Aangespannen Sport van 8 december jl.
Dhr. Noe (KNHS) biedt aan om samen met de VTN dit verder uit te werken tot een toepasbaar systeem om vanuit andere hippische juringssystemen naar mogelijkheden te kijken voor de aangespannen sport. De vergadering is hier enthousiast over. De voorzitter van het Forum geeft aan dat we hier de tweede vergadering in 2015 op terug komen om te horen wat hier uitgekomen is. De voorzitter van het Forum benadrukt dat we er in 2016 op zijn vroegst enige toepassing kan plaatsvinden. Eerst zal in deze vergadering commitment moeten zijn over de hoe en welke onderdelen we het gaan toepassen.